Ouders kunnen ook afspreken dat ze in (bijna) gelijke mate zorgen voor de daadwerkelijke opvoeding en verzorging van de kinderen. Dan wordt gesproken over een co-ouderschap.
De kinderen wonen dan voor ongeveer de helft van de tijd bij de ene ouder en de andere helft bij de andere ouder. Bijvoorbeeld vier dagen per week bij moeder en de andere drie dagen van de week bij vader of één week bij moeder en aansluitend één week bij vader. Maar ook zal de zorg – mede daardoor - feitelijk verdeeld worden over beide ouders.
Vaak is een co-ouderschap praktisch niet mogelijk omdat één van beide ouders fulltime werkt of te ver weg woont. Co-ouderschap is in Nederland niet in de wet opgenomen. Er bestaat dus geen recht op of plicht tot meewerken aan een co-ouderschapsregeling. Pas als beide ouders het erover eens zijn zal co-ouderschap tot stand kunnen komen.
Over het algemeen is het verstandig dat de kinderen een aantal dagen of 1 week bij de ene ouder en vervolgens bij de andere ouder zijn. Zo wordt gezorgd voor duidelijkheid, maar ook zekerheid en rust. Een veilige basis voor de kinderen wordt zo opnieuw voor hen gecreëerd, zowel in het huis bij papa als in het huis bij mama. Maar let op: Bij sommige kinderen werkt een co-ouderschap minder goed. Ze hebben niet het gevoel een echt "thuis" te hebben. Ze worden juist onrustig van het op en neer gereis en steeds weer “omschakelen naar een andere wereld”. Ieder gezin is immers anders. Kinderen kunnen dan verwikkeld raken in onzekerheid (verminderd of geen zelfvertrouwen) en een loyaliteitsconflict. Goed contact tussen ouders kan dan helpen.
Wil een co-ouderschap met succes verlopen, dan is het nodig dat ouders in staat zijn op verantwoordelijke wijze en steeds in het belang van de kinderen overleg te plegen. Ouders moeten elkaar steeds als ouder respecteren. De manier en invulling van opvoeding en verzorging moet voor iedereen duidelijk zijn en consequent worden nageleefd. Ouders moeten elkaar daarin niet afvallen, maar juist respecteren dat het bij de andere ouder (soms) anders gaat dan bij henzelf. Als deze basis aanwezig is, kan een co-ouderschap slagen.
Het is dus van groot belang dat ouders met behulp van een ervaren scheidingsmediator tot een goede afwikkeling komen van het huwelijk. De mediator zal, wanneer nodig, uitgebreid stilstaan bij emoties als boosheid, onbegrip, verwardheid, etc. die voortkomen uit een echtscheiding. Als ouders er namelijk niet in slagen deze emoties te verminderen, heeft een co-ouderschap veel minder kans van slagen. Regelmatig (respectvol) contact tussen ouders leidt er toe dat zij steeds in staat zijn duidelijke (nieuwe) afspraken (voor de toekomst) te maken.
Het is ook belangrijk dat de ouders in dezelfde regio wonen, zodat de kinderen niet te ver hoeven reizen naar school en tussen twee woningen, met dezelfde vriendjes kunnen spelen, bij één sportclub kunnen blijven, etc.
Ook een co-ouderschap wordt vastgelegd in het ouderschapsplan. Als ouders dat willen kunnen de afspraken heel gedetailleerd worden vastgelegd. Daarbij moet ook gedacht worden aan: wie draagt welke kosten? Hoe zit het met de kinderbijslag? Kunnen beide ouders fiscale voordelen genieten (heffingskorting, combinatiekorting, etc.)? Tijdens de mediation (bemiddeling) zullen deze zaken aan bod komen.
Als u recht heeft op een uitkering WWB (Bijstand), dan ontvangt u bij een co-ouderschap meestal een uitkering die tussen de norm van alleenstaanden en die van eenoudergezinnen in ligt. Echter wordt niet bij alle heffingskortingen (alleenstaande ouder korting, combinatiekorting) en toeslagen (huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, kindgebonden budget, zorgtoeslag) rekening gehouden met het feit dat u co-ouderschap bent overeengekomen. De echtscheidingsmediator kan u hierover informeren. U kunt ook voor algemene informatie kijken op www.belastingdienst.nl.
Mogelijk heeft u een vraag of wenst u een kosteloos adviesgesprek, neem dan gerust contact met ons op.