Bij het berekenen van de kinderalimentatie die eventueel betaald moet gaan worden, wordt altijd begonnen met het vaststellen van de behoefte van de kinderen.
Voor het vaststellen van de behoefte aan een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van kinderen is in samenwerking met het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (het NIBUD) een systeem ontwikkeld, gebaseerd op CBS-cijfers, dat is neergelegd in het rapport ‘Kosten van kinderen ten behoeve van vaststelling kinderalimentatie’. Dit systeem wordt ook wel aangeduid met “tabellen kosten kinderen”. Deze tabellen worden door rechters in Nederland gehanteerd om de kosten van kinderen (de behoefte) vast te stellen.
Onder de bedragen vermeld in de Tabellen kosten kinderen vallen niet enkele bijzondere kosten, zoals niet gedekte ziektekosten (bijvoorbeeld voor beugel), kosten van kinderopvang (uitstijgende boven de kinderopvangtoeslag), kosten van topsport, kosten voor een kind met een (zware) handicap. Die kosten moeten nog bij het behoeftebedrag dat uit de tabel is af te lezen, worden opgeteld om de behoefte van het kind te bepalen.
De behoefte wordt in de tabellen gebaseerd op het netto besteedbaar gezinsinkomen van de ouders tijdens het huwelijk, de leeftijd van de kinderen en het aantal kinderen en de kinderbijslagpunten.
Kinderen in de leeftijd van 18 tot 21 jaar worden jong-meerderjarigen genoemd. Zolang zij studeren (al dan niet gecombineerd met een (bij)baan) moeten de ouders bijdragen in de kosten van verzorging en studie van jong-meerderjarige kinderen. De behoefte van jong-meerderjarigen wordt niet vastgesteld aan de hand van de “tabellen kosten kinderen” hyperlink naar “minderjarige kinderen” maar in principe aan de hand van de werkelijke behoefte; de inkomsten van het kind (studiefinanciering en eventuele inkomsten uit werk) minus de lasten die het kind zelf draagt.
De onderhoudsplicht van ouders tegenover jong-meerderjarige kinderen bestaat ook als zij het niet eens zijn met de studie die het kind volgt, de keuze van het kind om te gaan studeren in plaats van te gaan werken of bijvoorbeeld als het kind de ouders niet op de hoogte houdt van de vorderingen in de studie. Kan zelf in levensonderhoud voorzien.Behoeftigheid speelt geen rol bij kinderen tot 21 jaar geen rol. Als het “kind” na de 21-jarige leeftijd te hebben bereikt nog behoeftig is, dan bestaat er nog steeds een onderhoudsverplichting van de ouders jegens het “kind”.