Kinderalimentatie moet in beginsel iedere maand worden betaald. Er wordt dus een maandelijks te betalen bedrag vastgesteld.
In de kosten van verzorging en opvoeding (en studie) van de kinderen moeten ouders en stiefouders bijdragen naar rato (in de verhouding) van hun draagkrachtruimte. Zo wordt vastgesteld welk aandeel in de kosten van het kind (“aandeel kosten kinderen”) ieder van de ouders moet dragen.
Hoeveel de kosten van (opvoeding en verzorging van) kinderen bedragen, wordt door Nederlandse rechters vastgesteld aan de hand van daartoe vanuit de rechtspraak opgestelde normen, de zogenaamde Tremanormen en de daarbij behorende Tabellen kosten kinderen. Dit wordt het vaststellen of berekenen van de behoefte genoemd.
Of en hoeveel de alimentatieplichtige ouder aan alimentatie kan en moet betalen, wordt bepaald aan de hand van de draagkracht (ofwel de beschikbare draagkrachtruimte). Als de draagkracht minder bedraagt dan de hoogte van de behoefte van de kinderen en niet het “aandeel kosten kinderen” van deze ouder overstijgt, dan zal het berekende bedrag als alimentatie voor het kind betaald moeten worden. Er hoeft niet een hoger bedrag voldaan te worden dan de berekende behoefte van het kind of het berekende “aandeel kosten kinderen” van de alimentatieplichtige. Als er meer dan één kind is (soms ook uit een vorige relatie) dan moet de beschikbare draagkrachtruimte in principe over alle kinderen verdeeld worden.
Echter mag u hierover ook zelf afspraken maken, die niet gebaseerd zijn op de Tremanormen en/of aanknopen bij dergelijke uitgangspunten.
De dagelijks verzorgende ouder (de ouder bij wie het kind woont) voldoet zijn/haar “aandeel in de kosten” van het kind door inwoning bij hem/haar. Deze ouder draagt de verblijfskosten van het kind, de kosten van inwoning, zoals een stukje van de hypotheeklast/huur, van gas, water, electra, gemeentelijke belastingen, internetaansluiting en telefoon. Maar ook een deel van de boodschappen, schoolkosten, kosten voor kinderopvang, niet-gedekte ziektekosten, premies van verzekeringen enz. voor het kind, zullen door de ouder bij wie het kind woont, worden gedragen. Al was het maar omdat de kinderalimentatie vrijwel nooit alle kosten dekt.
Kinderalimentatie moet ieder jaar 1 januari worden verhoogd met het indexeringspercentage (alimentatie index). Dit wordt indexeren genoemd. Ook hierover mag u andere afspraken maken samen, bijvoorbeeld dat u een ander percentage hanteert, of dat u indexering (alimentatie index) uitsluit.