Als u gaat scheiden en u heeft samen als echtgenoten een koopwoning, dan moeten er meestal afspraken gemaakt worden over wat met de woning gaat gebeuren. Gaat u verkopen of toedelen aan één van beiden? En als wordt verkocht, wie blijft er in de woning wonen totdat deze is verkocht. Die afspraken hebben fiscale en andere financiële gevolgen. In deze bijdrage zal ik enkele daarvan aankaarten.
De uit de woning verkregen overwaarde wordt een eigen woning reserve (EWR). Wanneer een andere woning wordt gekocht binnen 3 jaar na levering van de echtelijke woning (aan kopers of aan de andere echtgenoot), dan zal voor dit bedrag (overwaarde) geen aftrekbare hypothecaire lening kunnen worden verkregen. Dat wil zeggen dat, als er voor gekozen wordt het geld niet te investeren in de aankoop van een andere woning, de rente over de aangegane nieuwe hypothecaire lening (tot een beloop van de overwaarde uit de echtelijke woning) niet aftrekbaar zal zijn. Deze eigen woning reserve zal in box III vallen in plaats van box I in de IB aangifte. Als gedurende 3 jaar nádat de overwaarde uit de echtelijke woning is ontvangen een woning wordt gehuurd en daarna pas weer een woning wordt gekocht, dan geldt deze zogeheten Bijleenregeling niet meer.
Wanneer de gezamenlijke woning bijvoorbeeld is/wordt toegedeeld aan de man en de man vertrekt uit de woning om elders (tijdelijk) te gaan wonen en de vrouw blijft wonen in de echtelijke woning, geldt voor de man een beperking in duur voor de aftrekbaarheid van de rente van de hypothecaire lening die verbonden is aan de echtelijke woning. De hypotheekrente zal voor hem in beginsel voor maximaal nog twee jaar aftrekbaar zijn te rekenen vanaf de datum van feitelijk uiteengaan, waarbij de inschrijving bij de gemeente in principe als criterium geldt. Na die twee jaar zullen de woning en hypothecaire lening verhuizen van box I naar box III en belast worden als vermogen minus schuld.
Zolang de woning niet verkocht of geleverd is aan een derde of aan (in het voorbeeld) de man en zolang de hypotheeklasten worden gedragen door de man, zal de helft van de hypotheekrente en eigenwoningforfait worden aangemerkt als partneralimentatie in natura en als zodanig worden belast als inkomen (box I) bij de vrouw en aftrekbaar zijn in box I voor de man, de gevolgen waarvan (deels) zijn te ondervangen door elkaars IB aangifte op elkaar af te stemmen. Het is aan te raden om de IB aangifte te laten doen door een belastingdeskundige zolang de woning nog gezamenlijk is en/of de scheiding nog niet rond is.
Als de gezamenlijke woning moet worden verkocht zal, mits wordt voldaan aan de voorwaarden die de belastingdienst stelt (de woning staat te koop, de woning staat leeg en de woning was in het jaar of in 1 van de 3 voorgaande jaren uw hoofdverblijf), de hypotheekrente drie jaar lang nog aftrekbaar zijn in box I en na die drie jaar verhuizen naar box III.
In de volgende bijdrage zal ik nader ingaan op overige mogelijkheden met betrekking tot de eigen woning in het kader van een scheiding.