Nadat een relatie is beëindigd ontstaat er vaak een omgangsregeling tussen de niet-verzorgende ouder en de kinderen. Het recht op omgang is een groot recht. Dit recht is zelfs vastgelegd in Europese verdragen. Maar hoe leg je omgang vast? En hebben de stiefouders en opa en oma ook recht op omgang?
Niet zelden raken ouders met elkaar in conflict waarna de eerder overeengekomen of door de rechter vastgelegde omgangsregeling wordt stopgezet. De gevolgen hiervan zijn vaak groter dan ouders beseffen.
Een omgangsregeling kan je samen overeenkomen of door de rechter laten vastleggen. De rechter neemt de regeling dan op in een beschikking (lees: uitspraak).
Mensen die een sterke band hebben met het kind kunnen ook aan de rechter vragen een omgangsregeling vast te stellen. Dat geldt ook voor pleegouders, stiefouders en grootouders. Dit kan ook de verwekker zijn die het kind niet heeft erkend. Dus ook de niet juridische ouder heeft mogelijkheden tot omgang. Zelfs de minderjarige kan de rechter op informele wijze vragen een omgangsregeling vast te stellen.
Het recht op omgang kan een ouder slechts ontzegd worden indien a) omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van het kind, b) de ouder kennelijk ongeschikt of niet in staat moet worden geacht tot omgang, c) het kind 12 jaar of ouder is en na verhoor door de rechter ernstige bezwaren heeft tegen omgang met de ouder, of d) omdat de omgang in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind. De rechter zal steeds een afweging van de belangen van alle betrokken maken. De belangen van het kind zullen uiteindelijk voor gaan.
Soms is stopzetting van de omgangsregeling onvermijdelijk. Bijvoorbeeld als de andere ouder vaak onder invloed van alcohol of drugs het kind ontmoet of omdat de ouder de omgangsregeling sterk frustreert of omdat er sprake is van (seksueel) geweld. Ook kunnen de spanningen binnen het gezin zodanig worden dat het kind daar zelf de nadelige weerslag van ondervindt. De rechter kan de omgang (voor bepaalde tijd) ontzeggen of voor bepaalde tijd vastleggen.
Indien een omgangsregeling tussen ouders niet loopt en de regeling wordt stopgezet, dan leidt dit meestal tot hoogoplopende ruzies. De reden van stopzetting kan zeer divers zijn. Oud zeer of pure onvrede spelen dan parten. Indien problemen ontstaan is het mogelijk naar de rechter te stappen. Dit is meestal echter niet de juiste weg. Verharding tussen de ouders zal ontstaan of wordt groter en zeker de kinderen zijn hier niet bij gebaat. Wat meestal hersteld moet worden is het contact tussen de ouders. Dat is niet gemakkelijk, maar vaak wel noodzakelijk. Te meer omdat je er voor kunt kiezen om als partners uit elkaar te gaan, maar als ouders blijf je elkaar tegenkomen. Dit contact kan door een ervaren echtscheidingsbemiddelaar hersteld worden.
Bij (redelijk) herstel van de situatie, vaak middels hulp van een onafhankelijke en professionele derde, bereiken ouders vaak dat de omgang alsnog goed kan verlopen. Het belang van de kinderen dient steeds voorop te staan.