Wat als u wilt scheiden, maar uw partner wil niet scheiden of is niet bereid of in staat om mee te werken aan een scheiding? Bijvoorbeeld omdat uw partner u verlaten heeft en contact onmogelijk maakt. Of wanneer de psychische gemoedstoestand van uw partner ervoor zorgt dat hij of zij niet in staat is om te beslissen?
Als het u overkomt, kunt u door tussenkomst van een gespecialiseerde familierechtadvocaat een eenzijdig verzoek tot scheiding indienen. In Nederland is het namelijk geen vereiste dat beide echtgenoten achter het besluit tot echtscheiding staan (voor trouwen is twee keer ‘ja’ nodig; voor een scheiding volstaat één ‘nee’). We kennen in Nederland slechts één grond waarop de echtscheiding kan worden verzocht en dat is duurzame ontwrichting. Indien beide of één van de echtgenoten stelt dat het huwelijk duurzaam is ontwricht (dat wil zeggen: wanneer de huwelijksverbintenis zodanig is verstoord dat samenleven niet meer gaat en er geen uitzicht meer is op herstel van de verhouding) dan zal een rechtbank in vrijwel de meeste gevallen de echtscheiding uitspreken. Nadat de rechter de echtscheiding heeft uitgesproken, komt de echtscheiding pas tot stand nadat de uitspraak is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Deze inschrijving kan pas plaatsvinden na het verstrijken van de termijn van hoger beroep van drie maanden, of eerder indien de beide echtgenoten daaraan hun medewerking verlenen, middels het tekenen van een akte van berusting.
In het geval er een eenzijdig verzoek tot echtscheiding wordt gedaan, is het soms noodzakelijk om middels het starten van een voorlopige voorzieningenprocedure, een aantal (limitatieve) zaken geregeld te hebben die niet kunnen wachten totdat de echtscheiding is geregeld.
In de echtscheidingsprocedure zelf zal bepaald moeten worden waar de kinderen hun hoofdverblijf (GBA inschrijving) zullen hebben: bij vader of moeder. Bij voorlopige voorzieningen kan worden vastgesteld bij wie de kinderen voor de duur van de echtscheidingsprocedure zullen wonen. Met de andere ouder geldt dan – op bijzondere uitzonderingen na - een omgangsregeling.
Als u besluit om te gaan scheiden, is het misschien niet meer mogelijk dat u samen onder één dak woont. Alsdan ontstaan eigen en/of gezamenlijke lasten. Dit brengt vaak de noodzaak mee dat de ene partner een financiële bijdrage nodig heeft van de ander, om de kosten van de woning en de kosten van levensonderhoud van zichzelf en/of de kinderen te kunnen voldoen. Omdat de echtscheidingsprocedure zelf maandenlang kan duren (in het ergste geval veel langer) en zolang niet op een alimentatievaststelling door de rechter gewacht kan worden, kan bij voorlopige voorzieningen om een vaststelling van een bijdrage voor de duur van de echtscheidingsprocedure zelf verzocht worden.
Bij voorlopige voorzieningen kunt u om een voorlopig uitsluitend verblijf voor de duur van de echtscheidingsprocedure verzoeken. Dit houdt in dat u vraagt te bepalen dat u (vaak met de kinderen) met uitsluiting van uw “ex” in de echtelijke woning mag wonen en de inboedel die daarin staat, mag gebruiken.