Dit keer beschrijven we een zaak die onlangs voorkwam bij het Hof in Den Bosch en die een situatie laat zien die in de praktijk regelmatig voorkomt:
Onlangs oordeelde het Hof in Den Bosch dat een man die op dit moment geen alimentatie verschuldigd is aan zijn ex-vrouw, toch de helft van de door hem betaalde hypotheekrente mag aftrekken als onderhoudsverplichting. In het echtscheidingsconvenant hebben beide ex-partners afgesproken dat zij de echtelijke woning zouden verkopen. Totdat de woning verkocht is, mag de vrouw erin blijven wonen. Daarna zal de man partneralimentatie gaan betalen.
De man betaalt alle woonlasten. In de aangifte wordt daarom de ene helft van de hypotheekrente op normale wijze afgetrokken en de andere helft als onderhoudsvoorziening aangemerkt, ook wel alimentatie genoemd. Hoewel de inspecteur anders oordeelt, honoreert het hof het verzoek voor aftrek als onderhoudsvoorziening omdat de man alle woonlasten betaalt.
Overigens heeft artikel 3.111, vierde lid, Wet IB 2001 (scheidingsregeling) bepaald dat de voormalig echtelijke woning voor een periode van maximaal 24 maanden kan worden aangemerkt als eigen woning van de belastingplichtige die de woning heeft verlaten. Op basis hiervan kan de ex-partner, die gedeeltelijk eigenaar is van de woning maar deze niet meer bewoont, ten hoogste 24 maanden zijn aandeel in de hypotheekrente aftrekken.
Bron: verder-online van de Vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators