Na een scheiding zijn beide ouders wettelijk verplicht om te voorzien in het levensonderhoud van hun kinderen. Ouders moeten daarom afspreken hoe ze de zorg voor de kinderen gaan regelen. Een van de mogelijkheden voor de ouders is dat zij samen een min of meer gelijkwaardig deel van de zorg voor de kinderen op zich nemen, zowel praktisch als financieel. De kinderen wonen om en om bij de ene en de andere ouder. Dit noemt men een co-ouderschap. Het feit dat de kinderen op twee adressen wonen heeft een aantal administratieve en financiële consequenties.
Door een co-ouderschap overeen te komen kunnen beide ouders recht hebben op bepaalde tegemoetkomingen in de kosten van de kinderen. Een aantal van deze fiscale tegemoetkomingen wordt hierna besproken.
Heffingskortingen kunnen maar door één ouder voor hetzelfde kind worden ontvangen. Dit met uitzondering van de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Hier kunnen beide ouders aanspraak op maken. Wanneer u twee kinderen heeft kan het met betrekking tot de heffingskortingen fiscaal voordelig zijn om het ene kind in te schrijven (BRP) op het adres van de vader en het andere kind (BRP) op het adres van de moeder. Hieronder staan de heffingskortingen en de daarbij behorende voorwaarden op een rij.
Iedere werknemer (en uitkeringsgerechtigde) heeft recht op de algemene heffingskorting. De algemene heffingskorting bedraagt in 2010 € 1.987,--
De arbeidskorting geldt voor de belastingplichtige die winst uit onderneming geniet of andere inkomsten uit arbeid heeft. De arbeidskorting is afhankelijk van de hoogte van het inkomen waarbij een maximum en een minimum geldt.
Wanneer beide ouders werk en zorg voor de kinderen combineren kan een beroep worden gedaan op kinderopvangtoeslag. Aan de kinderopvangtoeslag zijn voorwaarden verbonden. Bij een co-ouderschap geldt dat de ouder bij wie ten minste één kind staat ingeschreven waarvoor gebruik wordt gemaakt van kinderopvang, kinderopvangtoeslag kan aanvragen. De andere ouder kan echter ook aanspraak maken op kinderopvangtoeslag. Een voorwaarde is dat het betreffende kind meer dan drie dagen op het woonadres van die ouder woont.
U kunt ook kindgebonden budget krijgen als u 1 of meer kinderen heeft jonger dan 18 jaar en als u kinderbijslag ontvangt. Is uw kind 16 of 17 jaar en krijgt u geen kinderbijslag? Dan is de voorwaarde dat u uw kind ‘in belangrijke mate onderhoudt’. Dit betekent dat u minimaal € 416 per kwartaal bijdraagt in de kosten van levensonderhoud.
Vanaf een verzamelinkomen van € 19.463 (2015) wordt de hoogte van het kindgebonden budget afgebouwd. Voor alleenstaande ouders wordt het bedrag verhoogd met maximaal € 3.050,-- euro per jaar. Dit is een compensatie omdat de (aanvullende) alleenstaande ouderkorting verdween. Let op! Er zijn alleenstaande ouders die een zogeheten toeslagpartner hebben. Omdat ze bijvoorbeeld met een volwassen vader, moeder, broer of zus in huis leven. Zij ontvangen niet het extra bedrag aan kindgebonden budget voor alleenstaande ouders.
Maar ook bij een vermogen (spaargeld e.d.) vanaf een bepaalde omvang, bestaat er geen aanspraak op kindgebonden budget.
Vorenstaande betreft niet een uitputtende opsomming van de tegemoetkomingen waarop u wellicht aanspraak maakt. Laat u zich daarom goed adviseren.
Heeft u vragen of wenst u overleg betreffende scheidingsgerelateerde kwesties, bijvoorbeeld als in dit stukje omschreven? Knegtmans Advocaten & Mediators is o.a. gespecialiseerd in familierecht (waaronder (echt)scheiding en alimentatie). In een gratis gesprek of tijdens het gratis spreekuur op donderdagavond in Bergeijk en Bladel van 17.00 tot 18.00 uur geven wij u graag meer advies en informatie. U kunt ons bereiken op 040-2076076 of 0497-383868. Zie ook: www.bemiddelaarbijechtscheiding.nl