Kinderalimentatie wordt vastgesteld naar behoefte en draagkracht. Hierna zal slechts worden ingegaan op de behoefte. In een volgende bijdrage zal nog eens nader worden ingegaan op de draagkracht en op de wijze zoals die sinds 1 april 2013 wordt berekend.
Bij de vaststelling van alimentatie wordt eerst de huwelijksgerelateerde behoefte van kinderen berekend. Behoefte is het bedrag dat ouders tijdens het huwelijk of de relatie maandelijks aan kosten voor de kinderen hebben besteed. Voor kinderen tot 18 jaar wordt de behoefte afgeleid uit de tabellen “eigen aandeel kosten kinderen” die zijn opgesteld door het Nibud. De hoogte van de behoefte wordt vastgesteld op basis van het netto gezinsinkomen dat ouders gezamenlijk ter beschikking hadden en kan vervolgens met een puntenstelsel (waarbij rekening wordt gehouden met het aantal kinderen dat van een gezin deel uitmaakt en de leeftijd van de kinderen) uit de voornoemde tabellen worden afgelezen.
Voor jongmeerderjarige kinderen, dat zijn kinderen in de leeftijd van 18 tot 21 jaar, zijn de ouders nog steeds onderhoudsplichtig. Op het moment dat de alimentatieafspraken stammen van voordat de kinderen meerderjarig waren, blijven deze afspraken in principe ook gewoon in stand. Wordt de alimentatie pas vastgesteld als kinderen al meerderjarig zijn, dan wordt voor het berekenen van de behoefte een andere maatstaf aangelegd dan hiervoor omschreven voor minderjarige kinderen. Voor jongmeerderjarige kinderen zijn geen tabellen beschikbaar waaruit de behoefte (kosten) kan worden afgelezen. Echter zijn de kosten voor met name studerende kinderen behoorlijk. Voor studerende kinderen wordt vaak aansluiting gezocht bij de studiefinancieringsnormen (WSF-normen) voor thuiswonende en uitwonende studerende kinderen. De normbedragen zijn afhankelijk van het soort opleiding dat gevolgd wordt (MBO, HBO of WO) en of de jongmeerderjarige thuis of uitwonend is. Helemaal vastomlijnd is deze berekeningswijze niet. Op de aldus begrootte behoefte wordt de basisbeurs die ingevolge de Wet Studiefinanciering kan worden verkregen in aftrek gebracht. Daarnaast kan een student afhankelijk van het inkomen van zijn ouders aanspraak maken op een aanvullende beurs. Ook deze aanvullende beurs wordt in mindering gebracht op de behoefte. Daarnaast zijn eigen inkomsten soms behoefteverlagend. Vervolgens zal moeten worden bezien in welke mate ieder van de ouders gehouden is om (naar rato van draagkracht) bij te dragen in de dan resterende behoefte.
Ouders blijven verplicht bij te dragen in het levensonderhoud van meerderjarige kinderen als zij ‘behoeftig’ zijn (bijvoorbeeld door een handicap).
Knegtmans Advocaten & Mediators is o.a. gespecialiseerd in echtscheidings- en alimentatierecht. In een gratis gesprek of tijdens het gratis spreekuur op donderdagavond in Bergeijk en in Bladel van 17.00 tot 18.00 uur geven wij u graag meer advies en informatie. U kunt ons bereiken op 040-2076076 of 0497-383868 Zie ook: www.bemiddelaarbijechtscheiding.nl.