De hoogte van de behoefte van partners wordt gebaseerd op de welstand tijdens het huwelijk. Daarom wordt ook wel gesproken over de huwelijks gerelateerde behoefte. Meestal wordt dit berekent door het netto besteedbaar inkomen van beide partners van tijdens het huwelijk te berekenen. Opgeteld vormt dit het netto besteedbaar gezinsinkomen. Als er kinderen uit het huwelijk/geregistreerd partnerschap zijn, dan wordt het bedrag van de behoefte van de kinderen van het netto besteedbaar gezinsinkomen afgetrokken. Daarna wordt 60% van het zo berekende bedrag geacht de huwelijks gerelateerde behoefte van ieder van de partners te zijn. Een andere methode, die minder vaak wordt benut, is dat de daadwerkelijke behoefte wordt berekend aan de hand van de eigen inkomsten en lasten van de alimentatiegerechtigde partner.
Naast de huwelijks gerelateerde behoefte wordt vastgesteld wat de aanvullende behoefte is. Dit is de behoefte aan een onderhoudsbijdrage, aan partneralimentatie. De aanvullende behoefte bestaat uit het verschil tussen de huwelijksgerelateerde behoefte en het eigen netto besteedbaar inkomen van de alimentatiegerechtigde partner. Het bedrag van de aanvullende behoefte is echter niet per definitie het bedrag dat aan partneralimentatie voldaan moet gaan worden. Dit is mede afhankelijk van onder meer de omvang van de beschikbare draagkrachtruimte van de alimentatieplichtige.